Gezondheid

Binnen de Labrador lopen zowel nationaal als internationaal onderzoeken over verschillende genetische afwijkingen.
Ik probeer hiervan altijd op de hoogte te zijn en zal meewerken aan onderzoeken indien dit mogelijk is.
Benieuwd naar de lopende onderzoeken? lees dan snel verder.

01

Tricuspidalisklep dysplasie

Tricuspidalisklep dysplasie is een hartaandoening waarbij de tricuspidalis klep, tussen de rechter boezem en rechter kamer, niet goed gevormd is en daardoor niet goed afsluit. Een gedeelte van het bloed uit de rechter kamer dat eigenlijk weggepompt moet worden naar de longen lekt door de lekkende klep terug naar de rechter boezem. Als gevolg van de kleplekkage gaat het rechter hart verwijden.

Zo lang het hart kan compenseren voor de klep lekkage vertoont uw hond geen symptomen. Afhankelijk van de ernst van de lekkage kan uw hond geen of de volgende symptomen ontwikkelen: verminderd uithoudingsvermogen, benauwdheid en toegenomen buikomvang door vochtophoping in de borstholte en buikholte en hartritmestoornissen. Bij het beluisteren van het hart is een hartruis te horen. Hiervoor moet heel specifiek geluisterd worden aan de rechter zijde van de borstholte. Tricuspidalisklep dysplasie is een probleem dat zich vormt tijdens de ontwikkeling van het hart en zodoende aanwezig vanaf de geboorte. Meerdere internationale onderzoeksgroepen bevestigen dat het probleem een genetisch overdraagbare aandoening is en de Labrador retriever wordt hierin genoemd als ras met verhoogd risico.
Bron: faculteit Diergeneeskunde
Al mijn fokhonden zullen een cardiologisch onderzoek krijgen voordat ze ingezet worden voor de kennel.

02

Ectopische Uteren

De ureter is een urineleider die de urine vervoert vanaf de nier naar de blaas. In de blaas wordt de urine opgeslagen, totdat de blaas zo vol is dat de hond aandrang tot urineren krijgt. Wanneer de hond plast, wordt de urine vanuit de blaas via de urethra plasbuis) naar buiten vervoerd, door de penis of de vagina. Bij het ziektebeeld van ectopische ureteren is er in de ontwikkeling iets misgegaan in de aanleg van de ureter naar de blaas. De ureter mondt op een abnormale locatie uit. Dit kan op een abnormale positie in de blaas – zelf zijn (te ver naar achteren), of verder naar achteren, waarbij de ureter rechtstreeks in de plasbuis (urethra) uitmondt ter hoogte van de sluitspier van de blaas (deze ligt rond het eerste deel van de plasbuis), de prostaat (bij een reu) of zelfs bijna bij de vagina (bij de teef).

In sommige gevallen zijn er nog andere ontwikkelingsstoornissen aanwezig, bijvoorbeeld dat er slechts 1 nier tot ontwikkeling is gekomen. Ook zien we bij heel veel honden met een ectopische ureter dat de sluitspier van de blaas niet goed is aangelegd.

Binnen sommige hondenrassen komt ectopie vaker voor dan bij andere hondenrassen. Labrador Retrievers vallen onder een van deze rassen waar de aandoening vaker lijkt voor te komen. Voorbeelden van andere rassen zijn Golden retrievers, Briards, Entlebucher sennen, Berner sennen en border collies. Wanneer binnen een ras een verhoogde frequentie van voorkomen is van een aandoening is er sprake van een erfelijke oorzaak. De exacte overerving is waarschijnlijk complex, waarbij meerdere genetische mutaties bijdragen aan het ontstaan van de aandoening.
Bron: Nederlandse Labrador Vereniging (NLV)
Al mijn fokhonden zullen een onderzoek naar Ectopische Uteren krijgen voordat ze ingezet worden voor de kennel.

02

Koperstapeling

Koperstapeling bij de Labrador retriever is een erfelijke ziekte, waarbij meerdere genetische mutaties en milieufactoren een rol spelen bij het tot uitdrukking komen van het ziektebeeld. Koperstapeling leidt uiteindelijk tot ernstige leverontsteking die vaak fataal afloopt als de aandoening in een (te) laat stadium wordt ontdekt. De afgelopen 15 jaar heeft de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht in samenwerking met de Nederlandse Labradorvereniging hard gewerkt om de erfelijke achtergrond van deze aandoening te achterhalen en zo deze ziekte beter te begrijpen. Ook is onderzoek gedaan naar een optimale behandeling met medicijnen en voeding.

Uit genetisch onderzoek blijkt dat deze aandoening bij Labrador retrievers op een complexe manier overerft. Er zijn meerdere genen betrokken bij het ontstaan van de aandoening en die bepalen hoe gevoelig Labrador retrievers zijn voor de aandoening. Of een Labrador daadwerkelijk koper stapelt in zijn lever is een samenspel tussen opname van koper in de voeding en de genetische gevoeligheid voor koperstapeling van de hond. Door genetisch onderzoek zijn twee genen, ATP7A en ATP7B geïdentificeerd die een rol spelen bij het ontstaan van koperstapeling. ATP7A is een eiwit dat betrokken is bij de opname van koper uit de dunne darm, een mutatie in dit eiwit zorgt ervoor dat de hond minder koper opneemt uit de voeding en daardoor minder gevoelig is voor het ontwikkelen van koperstapeling. ATP7B is een eiwit dat een rol speelt bij het uitscheiden van koper via de gal, een mutatie in dit gen zorgt ervoor dat de hond minder effectief koper kan uitscheiden en dus gevoeliger is voor het ontstaan van koperstapeling. Voor beide genen kan de hond getest worden. Op de uitslag staat dan aangegeven hoe gevoelig uw hond is voor het ontwikkelen van de aandoening. Belangrijk is wel dat Labrador retrievers met een gunstige uitslag soms nog wel koperstapeling ontwikkelen, maar de kans hierop is kleiner.
Bron: Nederlandse Labrador Vereniging (NLV)
Al mijn fokhonden zullen DNA getest worden op koperstapeling voordat ze ingezet worden voor de kennel.

03

Fit 2 Breed

Tegenwoordig komen er steeds meer nieuwe mogelijkheden om zorgvuldig te kunnen fokken. Zo zijn er voor honden ook SNP-profielen beschikbaar. SNP’s zijn kleine ‘stukjes’ uit het DNA die veel variatie kennen, en een profiel hiervan kent verschillende toepassingen. Met deze zgn. SNP-markers kunnen nieuwe DNA testen worden ontwikkeld, maar ook ouderschapsbepaling, het meten van genetische variatie in een individuele hond (inteeltcoëfficiënt) en het combineren van ouderdieren (“genetic matchmaking”) behoren tot de mogelijkheden. Binnen het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren (ECGG) van de Universiteit Utrecht wordt onder leiding van dr. Hille Fieten op dit moment hard gewerkt aan nieuwe mogelijkheden voor gezond fokken. Eén daarvan is het ontwikkelen van de softwaremodule Fit2Breed. Naast Het Nederlandse Kooikerhondje is de Labrador Retriever een van de twee rassen waarvoor Fit2Breed als eerste zal worden toegepast.

Met de Fit2Breed software is het mogelijk om alle belangrijke gegevens (ziektegegevens, uitslagen van screeningsonderzoeken, fokwaardeschattingen, uitslagen van monogenetische DNA testen en SNP-data voor genetische variëteit) te analyseren en tot een wetenschappelijk onderbouwd fokadvies te komen. Voor de fokker houdt dit in dat hij zijn teef in kan vullen in de module en een lijst krijgt met alle reuen, gesorteerd op geschiktheid. Waarbij de voorkeuren van de fokker (show- werkuitslagen, kleur, leeftijd enz) door filters aangegeven kunnen worden. Ook is het mogelijk om een gewenste combinatie van een reu en een teef in te vullen, waarbij vervolgens wordt aangegeven of deze combinatie al dan niet geschikt is.
Om het systeem zo goed mogelijk te kunnen laten draaien, is het van groot belang dat er zo veel mogelijk gegevens in het systeem worden ingevoerd. Het ideale plaatje is dat van alle dieren (pups) door de Raad van Beheer DNA wordt afgenomen, waarvan dit ingevoerd wordt in het Fit2Breed programma. Deze gegevens worden gebruikt om het uitgebreide genetische profiel van 20.000 SNP’s mee te bepalen. Hiermee wordt informatie vastgelegd waardoor we inzichtelijk maken welke (genetische) gezondheidszaken er spelen binnen het ras, en hebben we een basis om nieuwe DNA testen te kunnen ontwikkelen. Ook alle bestaande rasspecifieke DNA testen (kunnen) worden opgenomen, waardoor overige DNA-testen, die opgenomen zijn in het VFR, overbodig worden.
Bron: Nederlandse Labrador Vereniging (NLV)